Beats for Planet:
Belangrijkste Resultaten

3 Jaar Luchtkwaliteitsmonitoring in Belgische Scholen

Belfius RT Logo H neg RGB 1 1 1
BeatsForPlanet
BeatsforPlanet edited logo

Beats for Planet bestaat 3 jaar: dit is wat we weten over de luchtkwaliteit in Belgische scholen 

Wie Airscan al een tijdje volgt, kent hoogstwaarschijnlijk Beats for Planet alAirscan lanceerde dit project samen met Belfius drie jaar geleden met als doel scholen te helpen hun luchtkwaliteit in kaart te brengen en te verbeteren. In het kader van dit project heeft Airscan gegevens van 72 scholen in België verzameld en geanalyseerd op drie verontreinigende stoffen binnenshuis: koolstofdioxide (CO2), fijnstof (PM) en vluchtige organische stoffen (VOS). De resultaten van de analyse vindt u hieronder. 

Figure 1 2
Afbeelding 1. Ruimtelijke spreiding van scholen waar de binnenluchtkwaliteit is gemeten

Beats for Planet is het resultaat van een samenwerking tussen Airscan en Belfius. Het project, gelanceerd in 2020, wil scholen de technologische, menselijke en financiële middelen geven om de gezondheid van kinderen te verbeteren en de klimaatimpact van scholen te verminderen.

Waarom besloot je deel te nemen aan het project?

Het belang van het monitoren van de binnenluchtkwaliteit in scholen komt voort uit het feit dat schoolgaande kinderen gemiddeld een derde van hun dag binnen doorbrengen, waarvan 70% binnen de grenzen van klaslokalen. Kinderen zijn kwetsbaarder voor slechte binnenlucht dan volwassenen omdat ze onvolgroeide organen hebben, een kleine longcapaciteit en een hogere ademhalingssnelheid. Slechte binnenlucht kan daarom niet alleen negatieve gevolgen hebben voor hun ademhalings- en cardiovasculair systeem, maar ook voor hun productiviteit, schoolprestaties en gedrag. 

Het monitoren van de luchtkwaliteit binnenshuis kan een zeer breed scala aan verontreinigende stoffen en parameters omvatten. Bij het ontwikkelen van het project besloot Airscan zich te richten op 3 belangrijke groepen verontreinigende stoffen: Koolstofdioxide (CO2), vluchtige organische stoffen (VOS) en fijnstof (PM). Hoewel koolstofdioxide van nature vrijkomt bij het uitademen, is het om twee redenen essentieel om dit gas te monitoren: ten eerste helpt het om te begrijpen of een ruimte voldoende frisse lucht krijgt en ten tweede kunnen hoge CO2-niveaus bij accumulatie in kleine ruimtes symptomen veroorzaken zoals vermoeidheid, cognitieve stoornissen en in sommige gevallen misselijkheid. 

Fijnstof in een school kan ontstaan door het gebruik van krijt, aantasting van bouwmaterialen, knutselmateriaal of door de resuspensie van stofdeeltjes door beweging van mensen of door luchtstroom van buitenaf. Fijne stofdeeltjes kunnen ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid, omdat ze de fysiologische barrières in de longen kunnen binnendringen, wat kan leiden tot infecties en ziekten van de luchtwegen. Vluchtige organische stoffen zijn veel moeilijker te lokaliseren, maar kunnen worden uitgestoten door chemische stoffen zoals schoonmaakproducten, parfums, lijm en in sommige gevallen verf. Van deze giftige stoffen is bekend dat ze zeer reactief zijn en bijdragen aan een groot aantal nadelige gezondheidseffecten, ongemak en gebrek aan concentratie.  

De drempelwaarden voor elk van de verontreinigende stoffen zijn afkomstig van verschillende gezondheids- en veiligheidsorganisaties. Voor CO2 wordt de drempel van 900ppm gebruikt, gebaseerd op de richtlijnen van SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentraire et Environnement. Voor PM2. werd de WGO 2021 drempel van 5 µg/m3 toegepast, en tot slot werd de VOS-grenswaarde van 79,6 ppb of 300 μg/m³ gebruikt, gebaseerd op het Binnenmilieubesluit van de Hoge Gezondheidsraad. De drempelwaarden zijn samengevat in onderstaande tabel: 

Table 1 2

Omvang van het project

Het project start met de installatie van  drie luchtkwaliteitssensoren in verschillende klaslokalen van elke school. Een maand na installatie wordt een eerste diagnose uitgevoerd om de toestand van de luchtkwaliteit in die klaslokalen te analyseren. Er wordt een presentatie gemaakt om directeurs, professoren of een preventieraad te raadplegen over hoe de concentraties kunnen worden verlaagd. Deze suggesties variëren van het ontwikkelen van methodes om de luchtuitwisseling te verhogen tot advies over schoonmaakschema’s en productgebruik. Na 6 maanden wordt een laatste controle uitgevoerd om te zien of de suggesties effect hebben gehad. De grafieken in Figuur 2 tonen het percentage scholen dat deelnam aan het project dat erin slaagde om de concentraties binnenluchtvervuiling te verminderen tegen het einde van de campagne. 

Figure 2
Afbeelding 2. Percentage scholen dat de concentraties verlaagde van de diagnose tot het eindgesprek (in blauw)
Figure 3 2
Afbeelding 3. Percentage scholen met gemiddelde concentraties onder de drempelwaarden (in blauw) voor CO2, PM2.5 en VOC

emiddelde concentraties

Onderstaande figuur laat zien dat in de meeste scholen de gemiddelde concentraties na een campagne van 6 maanden onder de aanbevolen drempelwaarden voor koolstofdioxide en vluchtige organische stoffen bleven. Meer bepaald voldoet 67% van de scholen aan de CO2 drempelwaarden en 55% van de scholen aan de VOS-drempelwaarden. Voor PM2.5 bleek echter slechts 16% van de scholen gemiddelde concentraties onder de drempelwaarde van 5 µg/m³ te hebben. 

Wat zijn de gemiddelde eindconcentraties voor alle scholen?

Vertrouwen op natuurlijke ventilatie om de toevoer van verse lucht te vergemakkelijken is soms niet voldoende om de CO2 concentratie binnenshuis onder de limiet te houden en de concentraties van bepaalde verontreinigende stoffen te helpen verminderen. Dit is vooral het geval in oudere gebouwen met weinig ramen die open kunnen, of in kleine klaslokalen met veel leerlingen. Bovendien kan natuurlijke ventilatie leiden tot overbrengen van verontreinigende stoffen van buiten naar binnen, vooral in het geval van stofdeeltjes. Een bijzonder interessante oplossing hiervoor is het installeren van een mechanisch ventilatiesysteem – waarbij de positieve effecten in bepaalde klaslokalen vooral te zien zijn bij het verlagen van de concentraties vluchtige organische stoffen en fijnstof. Dalingen als gevolg van de installatie van een mechanisch ventilatiesysteem variëren van 46% voor VOS‘s, 25% voor fijnstof en 19% voor koolstofdioxide in de 72 onderzochte scholen 

Table 2 2

Geventileerde vs. Niet-geventileerde klaslokalen

Het onderstaande kan worden geïllustreerd aan de hand van een school waar twee maanden na de start van de meetcampagne een mechanisch ventilatiesysteem in een klaslokaal werd geïnstalleerd. Dit klaslokaal toonde een dramatische daling in CO2 concentraties voor en na de installatie (van 1288 ppm naar 811 ppm), evenals een daling van 25% in PM en een daling van 50% in VOS. Hoewel de voordelen van een mechanisch ventilatiesysteem duidelijk zijn als we naar deze resultaten kijken, is het steeds belangrijk te onthouden dat dergelijke systemen onderhoud en controle vereisen. 

Onderhoud is een belangrijke factor om ervoor te zorgen dat ventilatiesystemen de luchtkwaliteit binnenshuis niet negatief beïnvloeden. Verstopte filters en vuile kanalen kunnen schimmel en ander vuil ophopen, wat op zijn beurt de luchtstroom vermindert en verontreinigende stoffen door het gebouw verspreidt. Systemen moeten bovendien op de juiste manier worden ontworpen om adequate ventilatiestrategieën te bieden die alle ruimten kunnen bereiken en die overtollige vochtigheid, inconsistente temperaturen en de verwijdering van verontreinigende stoffen onder controle kunnen houden.  

Hoewel de installatie van een mechanisch ventilatiesysteem een investering kan zijn die in veel scholen moeilijk te voorzien is, bestaat er een alternatief, vooral voor de ophoping van stofdeeltjes. Luchtzuiveraars zijn een alternatieve oplossing in klaslokalen die onderhevig zijn aan hogere niveaus van deze verontreinigende stoffen. Dit was het geval in één school binnen het project, waar aan het einde van de campagne een luchtreiniger werd geïnstalleerd om de PM2.5 -concentraties in een klaslokaal, komend uit de houtwerkplaats ernaast, te helpen verlagen.  

Figure 4 2
Afbeelding 4. Grafiek met de procentuele afname van de gemiddelde concentraties in klaslokalen met ventilatie voor alle drie de verontreinigende stoffen in vergelijking met klaslokalen zonder ventilatie
Figure 5 2
Afbeelding 5. Dit staafdiagram toont de PM-concentraties voor en na de installatie van de luchtreiniger in een klas waar hoge concentraties werden waargenomen.

Luchtreiniger: Voor en na installatie

Deze figuur laat zien dat de concentraties met meer dan 50% zijn gedaald na de installatie van de luchtreiniger in het klaslokaal. Deze casestudy benadrukt vooral het belang van de infrastructuur van een school voor het beheersen van de vervuiling binnenshuis. Dit gaat van het zorgen dat ramen werken en geopend kunnen worden om natuurlijke ventilatie te vergemakkelijken tot het zorgen voor een vacuümeffect in werkplaatsen zodat stofdeeltjes niet naar andere klaslokalen ontsnappen, zoals hier het geval is.   Deze samenvatting onthult verschillende belangrijke bevindingen over de luchtkwaliteit in Belgische scholen: 
  • Fijnstof is een groter probleem in Belgische scholen dan de accumulatie van koolstofdioxide of vluchtige organische stoffen. 
  • Mechanische ventilatiesystemen die in klaslokalen worden geïnstalleerd, verbeteren de luchtkwaliteit binnenshuis aanzienlijk door de niveaus van stofdeeltjes, koolstofdioxide en vluchtige organische stoffen te verlagen. 
  • Luchtreinigers verminderen ook effectief de hoeveelheid stofdeeltjes, wat bijdraagt tot een betere luchtkwaliteit binnenshuis. 

Laatste artikelen

Purecities Kunak AirPro

Pure Cities: hoe temperatuur, wind en regen onze lucht beïnvloeden

Dit artikel onderzoekt de seizoensgebonden variaties in luchtvervuiling en de invloed van meteorologische factoren op de concentraties van vervuilende stoffen, waarbij de nadruk ligt op gegevens van het “Pure Cities”-project in België. Het onderzoek analyseert verontreinigende stoffen zoals PM2.5, PM10 en NO2 en laat zien hoe temperatuur, vochtigheid, windsnelheid, luchtdruk en neerslag de luchtkwaliteit het hele jaar door beïnvloeden. De bevindingen tonen aan dat de verontreinigingsniveaus stijgen tijdens de koudere maanden als gevolg van de grotere verwarming in woningen en de verminderde verspreiding. Het artikel bespreekt het belang van het aanpakken van seizoensgebonden vervuiling door middel van gerichte strategieën, zoals het verbeteren van het openbaar vervoer, het bevorderen van groene ruimten en het afstemmen van de regelgeving op de richtlijnen van de WGO. 

Figure 1 2 1

Beats for Planet: Belangrijkste Resultaten van 3 Jaar Luchtkwaliteitsmonitoring op Belgische Scholen.

Beats for Planet bestaat 3 jaar: dit is wat we weten over de luchtkwaliteit in Belgische scholen

Wie Airscan al een tijdje volgt, kent hoogstwaarschijnlijk Beats for Planet al. Airscan lanceerde dit project samen met Belfius drie jaar geleden met als doel scholen te helpen hun luchtkwaliteit in kaart te brengen en te verbeteren. In het kader van dit project heeft Airscan gegevens van 72 scholen in België verzameld en geanalyseerd op drie verontreinigende stoffen binnenshuis: koolstofdioxide (CO2), fijnstof (PM) en vluchtige organische stoffen (VOS). De resultaten van de analyse vindt u hieronder.

Beat for Planet header pic

Beats for Planet: De scholen aan het woord

Beats for Planet bestaat 3 jaar. In deze periode hebben Airscan en Belfius 75 scholen over heel België geholpen met het in kaart brengen en verbeteren van de luchtkwaliteit, zowel binnen als buiten de school.

Schrijf u in voor het laatste luchtkwaliteitnieuws!

Airscan partnerships